Zotheid

Ruim 500 jaar geleden, in 1511, verscheen de eerste editie van Moriae Encomium, ofwel Lof der Zotheid. In deze beroemde satire neemt Erasmus de hele samenleving van zijn tijd op de hak. En mensen veranderen niet wezenlijk. Daarom is dit boek ook vandaag de dag nog verrassend actueel.

Er zijn maar weinig boeken die je zo vaak laten grinniken als Lof der Zotheid. Erasmus geeft ongezouten kritiek op de wereld om zich heen. Mensen zijn niet in de wieg gelegd voor wijsheid. Ze zijn dol op fabeltjes. Hoe idioter iets is, des te meer bewonderen mensen het. Kortom, de mensheid krijgt ervan langs, en vooral de mensen van de kerk, de priesters.

Maar is het allemaal wel serieus bedoeld? Per slot van rekening is het Mevrouw Zotheid die de hele tekst uitspreekt, en niet Erasmus. Satire met een dubbele bodem dus?

In 1511 kwam de eerste druk uit en de boeken vlogen als zoete broodjes over de toonbank. Dat Lof der Zotheid zo’n succes zou worden, had Erasmus niet kunnen dromen. In 1509 schreef hij het boek “even tussendoor” en in het Latijn. Dat deden geleerden nu eenmaal in zijn tijd, ook al kende lang niet iedereen Latijn. Het boek is vaak vertaald. Natuurlijk in het Nederlands, Engels, Frans en Duits, maar ook in bijvoorbeeld het Fries, Russisch, Grieks, Hebreeuws en Esperanto.

Erasmus droeg het boek op aan zijn vriend, de Engelse intellectueel en politicus Thomas More. Met een knipoog, want Erasmus schrijft zelf al dat zijn vriend allesbehalve zot was. De oorspronkelijke Latijnse titel, Moriae encomium, zinspeelt dan ook op de achternaam van Thomas. Je zou deze titel ook kunnen vertalen als Lof van More. Heel geleerd allemaal, want dit Latijn is eigenlijk Grieks in Latijnse letters. De geleerde More kon het zeker waarderen.

Afgebeeld op deze pagina is een bladzijde uit de versie van Lof der Zotheid die Johannes Froben uitgaf in 1515 in Bazel. In een exemplaar van deze uitgave tekende een nog jonge Hans Holbein ruim zeventig illustraties bij de Latijnse tekst. Tot 1676 bleven die tekeningen onbekend. In dat jaar werden ze voor het eerst als prenten opgenomen in een gedrukte uitgave van de Lof der Zotheid. Daarna is dat nog vele malen gebeurd. Het unieke exemplaar met Holbeins originele tekeningen bevindt zich nu in Bazel.