Vrede

Eensgezindheid en eendracht vond Erasmus belangrijke onderwerpen. Over oorlog en vrede heeft hij meerdere boeken geschreven. Het bekendste is Klacht van de Vrede uit 1517.

Dit boek heeft dezelfde vorm als het beroemde Lof der Zotheid uit 1511. In beide gevallen maakt Erasmus van het begrip uit de titel (vrede en dwaasheid) een personage dat de hele tekst van het boek uitspreekt. In haar klaagzang redeneert de Vrede als volgt: "Iedereen denkt dat zijn oorlog een rechtvaardige oorlog is. Altijd zijn onschuldige mensen het slachtoffer, ook onder de eigen bevolking. Oorlog is zo rampzalig dat we hem tot elke prijs moeten voorkomen. Zelfs een onrechtvaardige vrede is nog beter. Dat christenen elkaar de hersens inslaan terwijl beide fronten dezelfde God om de overwinning smeken, is extra wrang. In het uiterste geval mag een land zich trouwens wel tegen agressie verdedigen." Strikt genomen kunnen we de woorden van de Vrede dus niet beschouwen als Erasmus' eigen woorden. Hetzelfde geldt voor de woorden van mevrouw Zotheid. Maar wie ook andere boeken van Erasmus heeft gelezen, begrijpt vaak meteen waar mevrouw Vrede, mevrouw Zotheid en meneer Erasmus samenvallen.

Ook in 1517 verscheen anoniem een klein boekje onder de titel Julius buiten de hemelpoort. Het is een satirisch gesprek tussen de pas gestorven paus Julius II en de heilige Petrus, die deze oorlogszuchtige paus de toegang tot de hemel weigert. Erasmus heeft altijd ontkend dat hij de schrijver van dit boek was, maar hij werd al snel als de auteur beschouwd. Tegenwoordig betwijfelt niemand dit meer. Erasmus was er zelf bij, toen paus Julius II in 1506 als een zegevierende oorlogsleider Bologna binnentrok. Hij hield deze paus mede verantwoordelijk voor de oorlogen die Europa destijds teisterden.

Afgebeeld op deze pagina is het schilderij Biddende handen van Albrecht Dürer uit 1508. Nu eigendom van het Albertina in Wenen.