Drukpers

Rond 1450 bedacht Johann Gutenberg in het Duitse Mainz een techniek die al snel enorme gevolgen had voor de Europese samenleving en de hele wereld: de boekdrukkunst.

De impact was vergelijkbaar met die van de digitale revolutie in onze eigen tijd. Teksten en boeken hoefden niet langer één voor één met de hand te worden gekopieerd. Drukkers vermenigvuldigen boeken vanaf nu machinaal, in grote hoeveelheden en met grote snelheid. Er vond een gigantische explosie van beschikbare en betaalbare teksten plaats en daarmee een ongekende verspreiding van kennis. Vóór 1500 zijn waarschijnlijk al zo'n 20 miljoen boeken gedrukt. Het aantal drukkerijen groeide snel. Naast vorstenhoven en universiteiten werden dit plekken waar geleerden kennis opdeden en doorgaven. Het waren humanistische ontmoetingscentra. De drukkers van Erasmus behoren tot de belangrijkste van Europa. De bekendste zijn Aldo Manuzio in Venetië, Johannes Froben en Bonifacius Amerbach in Basel, Jodocus Badius in Parijs en Dirk Martensz in Antwerpen en Leuven.

Erasmus was een van de eersten die van de mogelijkheden profiteerde. Hij heeft zijn roem er zelfs grotendeels aan te danken. Dankzij de drukpers werd Erasmus de overal gevraagde deskundige die over van alles z'n mening moest geven. Zonder de boekdrukkunst waren zijn ideeën nooit zo snel verspreid. Heel lezend Europa kende hem. Op cultureel en intellectueel gebied nam Erasmus een centrale plaats in. Zijn populaire boeken Spreekwoorden (Adagia) en Gesprekken (Colloquia) zijn in duizenden exemplaren in omloop gebracht. Een oplage van 2.000 stuks was voor die tijd al enorm.

Afgebeeld op deze pagina is het drukkersmerk van de Parijse drukker en boekverkoper Josse Bade (Jodocus Badius), dat zijn eigen werkplaats laat zien. Het is bijvoorbeeld afgedrukt op het titelblad van Bade's uitgave van Erasmus' boek Taalrijkdom (Parijs 1522).